Wat schrijf je in je reisjournaal?

Lees voor je begint ter inspiratie eens wat boeken van auteurs die uitblinken in dit niet gemakkelijke genre. Onderaan deze blog vind je alvast een aantal titels.

Schrijf niet wat je doet, maar wat je ziet en hoe je dat ervaart

In willekeurige volgorde geef ik jullie mijn tips.
Ga op een bankje zitten en beschrijf wat je ziet en wat je ervan vindt, of wat het met je doet. Voor de hand liggen de gebouwen of de fonteinen. Maar probeer de sfeer eens weer te geven. De duiven die zich in die fontein wassen, dat kleed of die sjaal uit het raam, die mimespelers, een straatmuzikant.

De duiven
Die sjaal uit dat raam

Straatmuikanten

Observeer opvallende mensen om je heen. Probeer in woorden te vangen hoe ze eruitzien. Verzin wat ze in het dagelijks leven doen. Van “Gepensioneerd echtpaar en nog altijd samen genietend op een pleintje in de zon” tot “Prototype van een advocaat gespecialiseerd in strafzaken”.
Doe je ogen op een druk terras of juist in overweldigende natuur een paar minuten dicht en beschrijf wat je hoort en ruikt.
Stel dat je hier komt te wonen. In dit land, in dit dorpje of in deze stad. Zeg tegen jezelf hoe dat zou zijn, en wat je zou missen als het echt zo was.

Maar hoe dan?

Niet: We gingen naar het San Marcoplein om tien uur ’s morgens. Maar: Het San Marcoplein was veel groter (kleiner, mooier, viezer, voller, leger, monumentaler, enz.,) dan ik dacht. Tussen de arcaden speelde een oude violist waar niemand naar luisterde. Mensen wilden zich liever laten fotograferen met dezelfde duiven die je overal ter wereld op pleinen ziet.
Het gaat om details die jou opvallen en die je in geen enkele reisgids tegenkomt. Dat kleine engeltje op de zijkant van een brug. Die treinconducteur op dat verlaten perron. Die schaduwen daar op de trap. Die vreemde deurklopper. Dat spelende kind. Noteer het niet alleen, zorg dat als je het later leest dat je weet hoe je dat vond.

Dat engeltje op de brug
Die treinconducteur
Schaduwen

Onthoud de verhalen van mensen om je heen. Schrijf eens op wat ze vertellen. “Veertig jaar geleden wisselde ik in Leningrad, wat nu Sint Petersburg is, 100 gulden om in 400 roebel. Het geld raakte maar niet op omdat alles daar zo goedkoop was.” En ik zeg je: Als je dit later overleest, ben je veel van die kleine dingen vergeten. En komt de reis in volle hevigheid weer op je af.

Reisboekentips

Stefan Brijs – Andalusisch logboek
                      Berichten uit de vallei

Floortje Dessing – 365 dagen onderweg

Marloes de Hooge – Bucketlist reizen
                                 Bucketlist stedentrips

Cees Nooteboom – Op reis 1
                                Op reis 2 

Tim Voors – Alleen

Tommy Wieringa – Ga niet naar zee